Gerko is verliefd!

2 maart 2008

Goed nieuws: een week na de opname van de reünie ligt een brief op de mat bij Gerko. Een meisje uit de buurt heef haar oog op Gerko laten vallen. Al sinds de eerste uitzending. De vonk is overgeslagen en inmiddels zijn ze sinds kort een stel.

Tussen het lammeren door vertelt hij graag over zijn prille liefde…

“Ze schreef in de brief: ‘ik vond je gelijk leuk’.  Dat was al tijdens de eerste uitzending, maar ze durfde geen brief te schrijven want ze dacht dat ik bij de laatste vijf boeren zou zitten. En ze wilde niet op televisie. Halverwege Boer zoekt Vrouw dacht ze ‘de serie is nu bijna op het einde, wie weet is hij nog vrijgezel. Nooit geschoten is altijd mis’.”

“Het leuke is ook nog eens dat ze uit de buurt komt. Een paar kilometer verderop. Ze woont even ver van het dorp als ik. Ik ben vaak bij haar langsgereden zonder haar ooit te zien. We hebben zelfs schapen bij haar buren lopen.”

Eerste ontmoeting?
“Na de brief heb hebben we wat sms’jes heen en weer gestuurd en toen ben ik bij haar langs gegaan. Ze woont op kamers in Groningen, ze is net afgestudeerd. ’s Avonds zijn we uit eten gegaan en vanaf die tijd is het steeds een beetje beter geworden.” 

“Ik had niet verwacht dat het zo snel zou gaan. Bij de reünie vertelde ik nog dat ik me er voorlopig bij neer had gelegd. Ik had heel andere dingen aan mijn hoofd. Het is anders gelopen dan ik had verwacht.”

Wat is zo leuk aan haar?
“Alles. Ze lacht grappig. In de omgang is ze leuk, dus ja. Het  is altijd moeilijk om het precies te  vertellen. Wat ze leuk aan mij vindt? Dat heb ik niet  gevraagd, daar hebben we het niet overgehad. Ze zal me wel leuk vinden, lijkt me.”

Kun je je nog wel concentreren op de lammertijd?
“Je moet het hoofd bij het werk houden, maar dat lukt wel. Het begint nu net een beetje te lopen. Vanaf zondag zijn al meer dan 50 schapen afgelammerd. Nog bijna 1400 schappen  te gaan.”

“Of ik nog kan eten en slapen? Ja. Ik eet gewoon en slapen doe ik nu sowieso niet veel. Dat komt door de lammertijd. We zijn dag en nacht aan het werk. Mijn zwager en ik wisselen elkaar af. 

Nu doe ik de nachten: zeven ‘s avonds ga ik naar bed, en om twaalf ’s nachts ga ik er weer uit. Het is week op, week af. Tot de tweede week van mei. Dat is een hele tijd, maar dat weet ze wel. Daar heeft ze begrip voor. Ze weet hoe het op de boerderij werkt, ze is er opgegroeid.”