Het geluk raakt bij bloemenboer Hans maar niet op. Hij is nog steeds stapelverliefd op zijn Audrey en de twee zijn sinds februari de trotse ouders van baby Roan. ‘Het is zo’n vrolijk manneke. Hij lacht de hele dag!’

‘Ik hoef hem maar aan te kijken, of hij begint al te lachen’, vertelt boer Hans. ‘De kraamverzorgster zei ook dat ze zelden had gezien dat een baby al zo snel en zo veel kon lachen.’

Zorgzaam

‘Vader worden is heel bijzonder. Het moment dat Roan geboren werd, is zo’n speciaal moment. Ik was zo blij, het leek bijna alsof ik zweefde! Vader zijn is natuurlijk wel een hele verantwoordelijkheid, maar wel een verantwoordelijkheid die ik heel graag wilde. Ik wil vooral een zorgzame vader zijn, superstreng zal ik niet zijn.’

‘Gelukkig is Roan een hele makkelijke baby. Het kost ons bijna geen energie. Gebroken nachten hebben we amper gehad. Ik wil graag een stuk of vier kinderen. Audrey zegt dan altijd: ‘het zijn toch geen appelen? Je wilt gewoon vier kinderen.’

Eigenwijs

‘Ik zou het heel leuk vinden als Roan de kwekerij zou overnemen. Het is alleen geen must. Het moet wel echt uit zijn hart komen. En hij moet het ook kunnen. Als hij een beetje op zijn vader lijkt, dan komt dat wel goed. Hij wil meteen alle bloemen aanraken, als hij de kas in komt. Hij is heel alert. We heten dan wel Weijs van onze achternaam, maar het is ook echt een wijze baby.’

‘De zomer is één van de drukste periodes op de kwekerij. Hoe beter het weer, hoe sneller de bloemen groeien. Ik maak soms dagen van zes uur ‘s ochtends tot zeven uur ’s avonds. Als ik dan thuiskom, ligt de kleine vaak al op bed. Dat vind ik wel jammer.’ 

Nieuwe locatie

Ons bedrijf bestaat sinds begin 2011 uit twee locaties. Op de oude locatie worden alleen bloemen geoogst, en op de nieuwe locatie worden alle bloemen verwerkt. De nieuwe locatie is zo’n vijftien kilometer verderop. Een uitbreiding van het bedrijf, betekent natuurlijk ook meer drukte. Maar ik heb het gelukkig echt met Audrey getroffen. Zij begrijpt gewoon dat ik veel uren maak. Zelf werkt ze nog twee dagen in de week als orthopedagoog. Dat vind ik fijn, dan is zij er ook even uit.’

‘Zondagmiddag is echt ons rustmoment. Dan moet ik mijzelf opladen voor de nieuwe week. Ik kan geen uur stilzitten, dus dan gaan we vaak een stuk wandelen of zwemmen. Vooral zwemmen vindt de kleine heerlijk!'