Pauline's brief: Stads watje dat nog nooit heeft 'afgehaald'

29 maart 2012

Nou meiden, wat een verhalen weer. Jullie snijden zó veel aan, dat ik onmogelijk op alles binnen één A4’tje kan reageren. Of zal ik gewoon maar vast met dat boek beginnen? ;-)

Allereerst, ach Femke, het ontroerde me gewoon toen je schreef dat je jezelf wel eens een provinciaaltje gevoeld hebt, daar in de randstad. Ik zou zeggen: nou en? Schaam je nergens voor meis, integendeel: wees overal hartstikke trots op! Het IS namelijk echt een enorme overgang, en jij bent alleen maar heel dapper en stoer omdat je die stap toch gemaakt hebt.

Eén moment, schreef je. Nou meiden, ik voel me hier bij tijd en wijle nog steeds een stads watje. In het begin zelfs hele dagen. Je had me moeten zien rijden op die naar mijn gevoel veel te smalle, bochtige binnenwegen hier, met sloten aan weerszijden. Als ik een tegenligger aan zag komen, stond ik bijna stil zo bang als ik was dat het nooit zou passen. Mijn heimwee naar de altijd brede asfaltwegen van de randstand was groot. Haha, precies andersom dus, Femke!

Hinderlijk zwiepende staart
Esther, ik voel me ook nu weer een stads watje als ik lees dat jij al lammetjes afhaalt. Lammetjes afhalen: dat deed ik vroeger in Rotterdam elke week, maar dan bij de shoarmatent op de hoek. Er is geen haar op mijn stadswattenhoofd die erover denkt om een hand in een barend schaap te steken. Of toch? Nu jij schrijft dat Pieter het volste vertrouwen in je heeft, denk ik hee… zou ik dat niet ook in mezelf moeten hebben? Zal ik het Jan eens voorzichtig voorstellen deze week? Of ik deze lente een keer…? Mm. Ik neem het in beraad, oké?

Bij onze koeien gaat het kalven gelukkig inderdaad meestal vanzelf. Eén keer heb ik gezien hoe een koe van een (al lang) dood kalfje bevrijd werd door Jan. Of beter gezegd: ik stond er met mijn neus bovenop, omdat mijn hulp bestond uit het vasthouden van de koe’s hinderlijk zwiepende staart. Ik zal jullie de onsmakelijke details besparen, maar neem van mij aan dat er momenten zijn geweest dat ik me in stille paniek afvroeg wat in deze situatie als minst ‘boers’ over zou komen: óf de staart van de koe óf mijn ontbijt van die ochtend in het gezicht van mijn geliefde vriendje loslaten.

Veearts vloert koe
Ach, en die keer dat er een kalfje zo hopeloos gedraaid en verstrengeld in de baarmoeder lag dat de veearts erbij moest komen. Deze stuurde zijn pas aangenomen medewerkster: een jonge, stevige vrouw stapte breed lachend de stal in. Ze keek, stroopte haar mouwen op, stak haar beide armen diep in de koe en hup, in één soepele beweging dwong ze 600 kilo loeiende onwil zijwaarts op de grond. Alsof ze een soort judogreep toegepast had.

Jan, ik én de gevloerde koe keken elkaar even stil en met grote verbaasde ogen aan. De bevalling zelf was daarna helemaal kinderspel voor haar: binnen de kortste keren verloste ze de koe van een kerngezond stiertje. Mijn respect voor deze veearts was onmiddellijk enorm. Er hangt nog net geen fotootje van haar boven ons bed.

Wel al bijna eentje van jullie. Om me eraan te herinneren dat het handboek er wel degelijk moet komen. Want Esther, net als Femke heb ik ook geen idee wat ‘wurft’ betekent. Het klinkt als iets dat vreselijk jeukt. Lentekriebels, misschien? Zijn Gijs en Pieter net als Jan druk in de weer met het gestaag opkomende gras nu het zonnetje zo volop schijnt? Zo heerlijk, dit seizoen!

Liefs en groetjes terug weer,
Pauline